Anastrozol en letrozol bij het mammacarcinoom
Deze androgenen worden in het vet- en spierweefsel omgezet in oestrogenen. Voor deze omzetting is een enzym nodig met de naam aromatase. De totale productie van oestrogenen is na de overgang minder dan daarvoor. Wijst nu uit dat hoe langer perimenopauzale vrouwen aromataseremmers krijgen in verhouding tot tamoxifen, hoe groter hun overlevingskansen zijn. Bij de 624 vrouwen die voor minder dan een kwart van de behandelperiode aromataseremmers kregen, was de vijfjaarsoverleving 94,6 procent.
Dit onderzoek is uitgevoerd met steun van ZonMW (Netherlands Breast Cancer Project) en A Sister’s Hope. U kunt de stemmingswisselingen altijd bespreken, uw arts of verpleegkundig specialist kan in overleg met u de hulp van een psycholoog inschakelen. Gewrichtsklachten kunnen optreden door verminderde aanmaak van gewrichtsvloeistof.
Bijwerkingen en klachten van anti-hormonale therapie bij borstkanker
Sommige ER-positieve patiënten reageren echter niet op tamoxifen, of ze kunnen resistent worden. Dit is een overlevingsgen dat helpt bij het stimuleren van celgroei en -proliferatie in normale situaties. Bij borstkanker kan het AKT-gen overactief worden en resistentie verlenen door ervoor te zorgen dat kankercellen de oestrogeenreceptor kunnen blijven gebruiken, zelfs in aanwezigheid van tamoxifen7. Een andere hypothese waarom sommige patiënten mogelijk geen baat hebben bij tamoxifen, is vanwege het enzym CYP2D6. Dit enzym zet tamoxifen om in een actieve vorm en ongeveer 10% van de mensen heeft een CYP2D6-enzym dat niet goed werkt8.
- Dat blijkt uit de DATA-studie, een gerandomiseerde fase-III-studie onder leiding van prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen (MUMC+).
- Vrouwen met borstkanker kunnen ‘de pil’ beter niet gebruiken.
- Dit medicijn wordt gebruikt bij de behandeling van premenopauzale en postmenopauzale vrouwen, evenals mannen bij wie borstkankerbiopsieën verhoogde niveaus van de oestrogeenreceptor vertoonden.
- Vrouwen tussen de 45 en 50 jaar met hormoongevoelige borstkanker hebben een grotere overlevingskans als ze direct na chirurgie en eventuele bestraling aromataseremmers krijgen.
Dit kan ook spelen zonder dat de menstruatie terugkeert. Artsen nemen daarom liever het zekere voor het onzekere, en beginnen met tamoxifen. Aromataseremmers hebben immers weinig effect als de eierstokken nog actief zijn. Wanneer de eierstokken nog actief zijn, werken aromataseremmers namelijk niet goed; de eierstokken gaan dan als reactie juist meer oestrogeen produceren. Bij de keuze voor een behandeltraject met hormonale therapie wordt dan ook onderscheid gemaakt tussen vrouwen die premenopauzaal en vrouwen die postmenopauzaal zijn. In deze setting zijn er twee groepen hormoontherapie, die elk op een andere manier werken.
Aromataseremmer als antihormonale therapie (Folder)
Door de verandering in de hormoonhuishouding kunt u gevoeliger voor stemmingswisselingen zijn. Vrouwen geven aan vaak prikkelbaarder te zijn, gemakkelijker geïrriteerd en/of sneller uit hun evenwicht te raken. Depressieve gevoelens https://www.abcflores.cl/nieuwe-richtlijnen-voor-dosering-van-anabole/ kunnen ontstaan als direct gevolg van de overgang, maar ook doordat u geconfronteerd wordt met het hele ziekte- en behandelproces. Endocriene therapie is gericht op het remmen of blokkeren van de geslachtshormonen.
- Bij postmenopauzale vrouwen is aromatase de enige bron van oestrogenen en remming hiervan door aromataseremmers leidt bij hen tot vrijwel niet-detecteerbare oestrogeenspiegels in het bloed.
- Zo nodig een (profylactische) behandeling voor osteoporose beginnen en zorgvuldig controleren.
- Het responspercentage varieert echter van 35% tot 70% bij primaire borstkanker en kan lager zijn bij vergevorderde kanker14.
- Anastrozol en letrozol zijn niet-steroïde aromataseremmers, exemestaan is een steroïde aromataseremmer.
In deze folder vindt u meer informatie over de werking van hormonen en de gevolgen van hormonale therapie. Er zijn verschillende medicijnen beschikbaar, bijvoorbeeld anastrozol, letrozol, exemestaan, fulvestrant en tamoxifen. Je arts bespreekt met je welk medicijn het best past bij jouw situatie.
Deze remmers zijn veel effectiever dan tamoxifen bij postmenopauzale vrouwen9,10. De reden waarom AI’s niet worden gebruikt bij premenopauzale borstkankerpatiënten, is dat ze de oestradiolproductie in de eierstokken niet kunnen blokkeren. Een premenopauzale vrouw kan echter worden behandeld met de aromataseremmer exemestaan als hun ovariële functie wordt onderdrukt door geneesmiddelen zoals gosereline11. Het responspercentage varieert echter van 35% tot 70% bij primaire borstkanker en kan lager zijn bij vergevorderde kanker14.
Tussen 1989 en 2017 is de incidentie van eerste, primaire borstkanker in Nederland aanzienlijk gestegen, hoewel in recente jaren een veelbelovende daling is te zien. Overeenkomstig daalde de sterfte substantieel, ongeacht de leeftijd van deze vrouwen. Dat blijkt uit onderzoek van Daniël van der Meer (NKI) en collega’s met data uit de NKR. Uw arts heeft u verteld en u heeft kunnen lezen dat de behandeling met endocriene therapie een belangrijke behandeling is om het risico op terugkeer van de borstkanker zo klein mogelijk te maken. In het geval van palliatieve behandeling is endocriene therapie bedoeld om de borstkanker onder controle te houden. Het is daarom belangrijk om dagelijks deze medicijnen in te nemen.
Behandeling met medicijnen
De gevolgen van de zieke kan de relatie met uw partner beïnvloeden. Na alles wat u meegemaakt heeft, moet u zich seksueel contact weer eigen maken. Daarbij is vrijen niet los te zien van de emotionele verwerking van borstkanker, bij intiem contact kunnen emoties loskomen. Overleg bij vragen over voeding, eventuele supplementen of zelf zorgmedicatie altijd met uw arts.
Dit medicijn schrijft de arts alleen voor bij uitgezaaide borstkanker. Uw zoon krijgt binnenkort een behandeling met een aromatase remmer. Hier leest u meer informatie over wat een aromatase remmer is en hoe de behandeling gaat. Omdat oestrogenen een beschermende invloed hebben op het ontstaan van hart- en vaatziekten, verhoogt een vervroegde overgang de kans op het ontstaan van hart- en vaatziekten. Na de menopauze maken de eierstokken geen oestrogeen meer aan. Op andere plaatsen in het lichaam wordt nog wel oestrogeen geproduceerd.